Ankerlijn

Uit EurosWiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Dit is de lijn/ketting waarmee het anker aan de boot wordt vastgeknoopt. Meestal wordt eerst een stuk ketting aan het anker gemonteerd (de kettingvoorloop), en pas een paar meter verder een stuk nylon lijn.

De gebruikte lijn moet aan 4 eisen voldoen: veel rek, geen neiging tot kinken, sterk genoeg en met een normaal mes te kappen (dus geen kevlar of zo). De kracht op een E22 is bij windkracht 10 ongeveer 5000 N, dus dat is een geschikte veilige werkbelasting. Let er op dat de verbinding met anker en boot dit ook moeten kunnen hebben.

Kettingvoorloop

De functie van het stuk ketting is voor velen zeer mysterieus. Dit blijkt uit de grote verscheidenheid aan antwoorden op de vraag: hoeveel kettingvoorloop moet je hebben? De leidraad voor zeilers vindt dat dat 30 meter moet zijn. Toegegeven, zo heb je minstens 300 N houdkracht, en dat is nuttig, maar 30 kg ankerketting op een valk lijkt wat onhandig. Een argumentatie is ook niet gegeven. De verzwaarde ankerlijn die in de watersportwinkel te koop is, heeft een verzwaard stuk van ongeveer 5 meter. Dit is de onderkant van het spectrum. Bij dit product wordt geen vermelding gemaakt van de grootte van de boot, dus blijkbaar vindt men dat niet belangrijk (lees: is er niet over nagedacht).

De reden die meestal wordt opgegeven voor de kettingvoorloop is, dat er horizontaal aan het anker getrokken moet worden. Het is waar dat ankers dan de grootste houdkracht hebben en de kleinste kans op uitbreken. Met dit criterium is ook goed uit te rekenen hoeveel ankerketting je nodig hebt. Later we uitgaan van ketting met een massa van 1 kg per meter, 5 keer de diepte aan ankerlijn. De helling waaronder aan de ketting wordt getrokken door de boot is dan 0.2 zodat de kracht in verticale richting 0.2 maal de houdkracht is. Laten we uitgaan van een benodigde houdkracht van 5000 N, want juist dan heb je een betrouwbaar anker nodig. het gewicht van de kettingvoorloop moet dan gelijk zijn aan de kracht in verticale richting, en we hebben dan dus 100 kg ketting nodig. Ik zou niet graag met 100 kg ketting in de kuip varen met een stevige storm. Misschien heeft de leidraad dit criterium aangehouden. Voor een valk kom je inderdaad op ongeveer 30 kg ketting uit. Handig is echter anders. De vraag is ook: is dit wel nodig?

Ankers worden ontworpen om onder een helling van 1 op 7 te houden (= niet uit te breken). Je hebt dan in het geheel geen ketting nodig, alleen 7 keer de diepte (plus 7 keer het vrijboord) aan ankerlijn. Een veel lichter en veiliger alternatief dan zo veel ketting. Zwemmen met 30 kg ketting waarin je verstrikt zit is best zwaar.

Waarvoor is ketting dan wel nodig? Op de bodem kunnen zich scherpe objecten bevinden, vooral rotsen. Wanneer je in een gebied vaart waar rotsgrond voorkomt, is een paar meter ketting hard nodig. Ankerlijn heeft dan een te groot risico om door te schavielen.

Vaak wordt het gebruik van ankerketting om schokken op te vangen genoemd. Dit kan inderdaad zo werken. De ketting hangt door en neemt in het stationaire geval de vorm van een cosinushyperbolicus aan (zie [1]). Wanneer de spanning toeneemt, neemt de lengte ook toe. Er bevindt zich een harde nietlineariteit op de lengte, gelijk aan de lengte van de ketting (strak getrokken).

De benodigde hoeveelheid ketting om van dit effect gebruik te kunnen maken, kan worden berekend. Het verschil in lengte tussen strak getrokken en gemiddelde belasting (we kunnen uitgaan van 5000 N) moet gelijk zijn aan de amplitude van de bewegingen van de boot. (Berekening nog te voltooien)

Rest nog de vraag waar met 3 kg lood verzwaarde ankerlijn nuttig voor is. Dat is een raadsel.