Planeren

Uit EurosWiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Planeren houdt in dat een boot niet meer dóór maar over het water vaart. Het meest beeldende voorbeeld is waarschijnlijk een speedboot die letterlijk over het water stuitert. Over planeren kan je gemakkelijk discussieren. Het feit blijft dat sommige boten makkelijker planeren (Laser 2, Jaffa) terwijl andere boten daar meer moeite mee hebben (Jonkie, Waterrat) of in de praktijk nauwelijks tot niet doen (E22, Ebenhaëzer).

Als je te langzaam vaart om te planeren, dan vaart de boot in de "verplaatsings mode" (displacement mode). Zodra een boot gaat planeren, reageert hij anders op z'n roer of ballastverdeling. Planeren wordt gezien als gaaf.

Wanneer een boot niet planeert en de rompsnelheid nadert, zal de weerstand sterk toenemen naamate de snelheid toeneemt, gaat de boot dieper liggen en neemt de hoogte van met name de hekgolf sterk in hoogte toe. De weerstand van een (zeer) snel varende, niet planerende boot is ongeveer gelijk aan <math>F_d = \frac A \rho u^2</math> waar <math>F_d</math> de weerstand is, A het frontaal oppervlak, <math>\rho</math> de dichtheid van water (ongeveer 1000 kg per m3) en u de snelheid van de boot t.o.v. het water. De weerstandscoefficient is dan dus 1. Wanneer een boot dan gaat planeren, neemt de weerstand ineens sterk af. Wanneer een boot planeert is de weerstand sterk afhankelijk van de oppervlakteruwheid. Wanneer we de viskeuze wrijving verwaarlozen (weerstandscoefficient van ongeveer 0.01 t.o.v. het nat oppervlak) blijft de weerstand ten gevolge van het naar beneden geduwde water over. Dit is veel minder dan de weerstand bij een niet-planerende boot (verdere aanvulling gewenst).