Zeegat: verschil tussen versies

Uit EurosWiki
k
(grote zeegat, grote berging)
Regel 1: Regel 1:
 
Een '''zeegat''' is het gat tussen twee waddeneilanden. Het gebied met [[plaat|platen]] en [[geul]]en dat aan de zeezijde bij het zeegat ligt, heet de '''buitendelta'''. De zeegaten zijn vaak diep, maar er is meestal geen echt diepe route door de buitendelta heen. Uitzonderingen zijn [[estuaria]]. De [[Eems]], de [[Westerschelde]] en de [[Nieuwe Waterweg]] zijn dan ook de enige nederlandse zeegaten die bij vrijwel alle weersomstandigheden aan te lopen zijn. Doordat je vaak over ondiep water moet varen bij het aanlopen van een zeegat, kan je daar bij [[zwaar weer]] nogal wat [[brekers]] tegen komen, zeker bij [[wind tegen stroom]] en [[aanlandige wind]]. Soms moet je dan wachten tot de [[kentering]], zodat je met [[vloed]] naar binnen kan varen.
 
Een '''zeegat''' is het gat tussen twee waddeneilanden. Het gebied met [[plaat|platen]] en [[geul]]en dat aan de zeezijde bij het zeegat ligt, heet de '''buitendelta'''. De zeegaten zijn vaak diep, maar er is meestal geen echt diepe route door de buitendelta heen. Uitzonderingen zijn [[estuaria]]. De [[Eems]], de [[Westerschelde]] en de [[Nieuwe Waterweg]] zijn dan ook de enige nederlandse zeegaten die bij vrijwel alle weersomstandigheden aan te lopen zijn. Doordat je vaak over ondiep water moet varen bij het aanlopen van een zeegat, kan je daar bij [[zwaar weer]] nogal wat [[brekers]] tegen komen, zeker bij [[wind tegen stroom]] en [[aanlandige wind]]. Soms moet je dan wachten tot de [[kentering]], zodat je met [[vloed]] naar binnen kan varen.
 
+
Een zeegat is groter naarmate de berging achter het zeegat groter is.
 
[[categorie:navigatie]]
 
[[categorie:navigatie]]

Versie van 24 jun 2009 19:24

Een zeegat is het gat tussen twee waddeneilanden. Het gebied met platen en geulen dat aan de zeezijde bij het zeegat ligt, heet de buitendelta. De zeegaten zijn vaak diep, maar er is meestal geen echt diepe route door de buitendelta heen. Uitzonderingen zijn estuaria. De Eems, de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg zijn dan ook de enige nederlandse zeegaten die bij vrijwel alle weersomstandigheden aan te lopen zijn. Doordat je vaak over ondiep water moet varen bij het aanlopen van een zeegat, kan je daar bij zwaar weer nogal wat brekers tegen komen, zeker bij wind tegen stroom en aanlandige wind. Soms moet je dan wachten tot de kentering, zodat je met vloed naar binnen kan varen. Een zeegat is groter naarmate de berging achter het zeegat groter is.