Wind

Uit EurosWiki

Wind is een globale thermische stroming. Voor zeilen is voornamelijk de stroming van lucht over het aardopppervlak relevant.

Verticale structuur van de wind aan het aardoppervlak

De wind vertoont een grenslaag aan het aardoppervlak. Deze stroming is voor laminaire stroming analytisch op te lossen in gesloten vorm, uitgaande van een constante drukgradient. Die oplossing is een balans tussen coriolis kracht, afschuiving en drukgradient. Ver boven het aardoppervlak verdwijnt de afschuiving en is er puur een balans tussen coriolis kracht en drukgradient. Het resultaat kan als volgt worden samengevat:

  • Aan het aardoppervlak staat de wind onder een hoek van 60 graden met de drukgradient, dus onder een hoek van 30 graden met de isobaren.
  • Tussen het aardoppervlak en ongeveer 500 meter hoogte slingert de windrichting. De slingeringen zijn onder groot en worden naar boven toe kleiner.
  • Boven 500 meter hoogte is de wind evenwijdig aan de isobaren. De wind is hier vrijwel geostrofisch

Een gevolg is dat de richting waarin de wolken bewegen niet het zelfde is als de windrichting, nog afgezien van de wind die die wolken zelf veroorzaken. Is de wolkenbasis hoger dan 500 meter, dan is de wind ter hoogte van de wolken ongeveer 30 graden geruimd t.o.v. de wind aan het aardoppervlak.

Synoptische wind

Het bekendste aspect van wind is wat er op het weerbericht wordt vermeld. Dit is de wind op synoptische schaal, met structuren groter dan 50 km. De horizontale afmetingen zijn dus veel groter dan de dikte van de troposfeer. De structuren op synoptische schaal waar de drukgradient een onderdeel van is, zijn grotendeels de hogedrukgebieden en lagedrukgebieden, en de fronten. De synoptische wind is de wind die de buien en buienclusters verplaatst. De wind die er actueel staat is de som van de synoptische wind en alle effecten op kleinere schaal.

Wind op meso schaal

Het bekendste voorbeeld van wind op mesoschaal is landwind en zeewind en de stroming rond buienclusters.

Wind op micro schaal

De wind op microschaal wordt veroorzaakt door individuele buien, bij zeer licht weer door de vrije convectie boven het wateroppervlak, en door luwtes. Ook vlagen treden op op microschaal, alleen is dat een gevolg van wind op grotere schaal.