Navigatieverlichting

Uit EurosWiki

Om ook 's nachts te mogen varen moet een schip voorzien zijn van navigatieverlichting. Aangezien 's nachts niet zomaar ineens de vaarregels anders zijn dan overdag is het handig als je aan de verlichting kunt zien met wat voor schepen je om je heen te maken hebt, daarom hebben verschillende typen schepen verschillende combinaties van navigatie-lichten.

De verschillende typen navigatieverlichting kun je grofweg onderverdelen in sectorlichten en rondomlichten. De sectorlichten zijn alleen zichtbaar als je een bepaalde koers vaart ten opzichte van het verlichte schip, de rondomlichten kun je vanuit alle richtingen zien.

Soorten navigatieverlichting

Sectorlichten.png

De nu volgende definities komen letterlijk uit het BPR, artikel 3.01a. Voor de eenvoud heb ik de aanduidingen voor helderheid van lichten weggelaten.

  • toplicht: wit licht dat schijnt over een boog van de horizon van 225° en wel aan elke zijde van het schip van recht vooruit tot 22°30' achterlijker dan dwars en dat uitsluitend over deze boog zichtbaar is
  • boordlichten: groen licht aan stuurboordszijde en rood licht aan bakboordszijde die elk schijnen over een boog van de horizon van 112°30' en wel elk aan zijn zijde van het schip van recht vooruit tot 22°30' achterlijker dan dwars en die uitsluitend over deze boog zichtbaar zijn
  • heklicht: wit licht dat schijnt over een boog van de horizon van 135° en wel aan elke zijde van het schip over 67°30' van recht achteruit en dat uitsluitend over deze boog zichtbaar is
  • rondomlicht: een licht dat schijnt over een boog van 360° en dat over deze boog zichtbaar is

Kleine motorschepen

De standaardregel voor kleine motorschepen is:

  • Een toplicht op het voorschip
  • Boordlichten op gelijke hoogte loodrecht op de lengteas van het schip
  • Een heklicht op het achterschip

Als alternatief mogen de boordlichten gecombineerd worden in 1 lantaarn, mits het toplicht 1m hoger opgehangen wordt.

Toch zul je deze lichten niet veel zelf nodig hebben, voor schepen kleiner dan 7 meter en met een maximumsnelheid onder de 13 km/u hoeft alleen een wit schijnend rondomlicht gevoerd te worden.

Kleine zeilschepen

Een zeilschip is in eerste instantie te onderscheiden van een motorschip door het ontbreken van een toplicht. Bij een klein zeilschip zijn de lichten verder redelijk gelijk aan die van een klein motorschip. Hier geldt zelfs dat de boordlichten en het heklicht samen in 1 lantaarn ondergebracht mogen worden die bovenin de mast wordt geplaatst.

Ook geld dat op kleine zeilschepen van minder dan 7 meter (dat zijn dus alle euros-bootjes op de Ebenhaëzer en Jaffana) een wit rondomlicht voldoende is. Het BPR vermeldt hier wel bij dat bij het naderen van een ander schip met een ander licht (b.v. een zaklamp) in het zeil moet worden geschenen om de aandacht te trekken.

Grote schepen

  • Een toplicht op het voorschip
  • Boordlichten niet meer dan 1m binnen het schip
  • Een heklicht op het achterschip

Als het tevens een snel schip betreft komt hier nog bij:

  • twee gele knipperende rondomlichten verticaal boven elkaar met 1m afstand ertussen

Als het een groot zeilend schip betreft (zoals de Ebenhaëzer) komt het toplicht te vervallen en voert het schip in plaats hiervan:

  • Rood boven groen: twee verticaal boven elkaar staande rondomlichten met 1m afstand ertussen bovenin de mast

Oefenen

Op het interne deel van de Euros site kan je een oefenprogramma vinden voor het herkennen van lichten op zee. Als je nog niet goed het verschil weet tussen een mijnenveger en een kerstboom, dan biedt dit programma mogelijk uitkomst.

Geraadpleegde bronnen