Betonning: verschil tussen versies

Uit EurosWiki
 
Regel 12: Regel 12:
 
* Een verkenningston is voorzien van een groot topteken en een licht. Het [[lichten|karakter]] is meestal een morse letter. De kleur van het licht is wit. De ton is rood/wit gestreept.
 
* Een verkenningston is voorzien van een groot topteken en een licht. Het [[lichten|karakter]] is meestal een morse letter. De kleur van het licht is wit. De ton is rood/wit gestreept.
 
* Een belboei. Deze wordt in Nederland vrijwel niet gebruikt. Aan de engelse kust wordt deze echter veel gebruikt op plekken waar veel [[mist]] voor komt. Dit zijn meestal verkenningstonnen.
 
* Een belboei. Deze wordt in Nederland vrijwel niet gebruikt. Aan de engelse kust wordt deze echter veel gebruikt op plekken waar veel [[mist]] voor komt. Dit zijn meestal verkenningstonnen.
 +
 +
Met alleen '''betonning''' kom je nog nergens. De [[waterkaart]] is een onmisbare aanvulling. Dan kun je zien of je echt tussen de tonnen door moet of er ook buitelangs kan. Vaak kun je de grote '''tonnen''' wel met een korreltje zout nemen, terwijl je '''staakjes''' juist niet mag negeren. Op het wad (en waddenhavens, met name [[Ameland]], [[Juist]] en [[Langeoog]]) is het dan ook van belang om om de [[staak|staakjes]] [[boeironding|heen te varen]].
  
 
===Zie ook===
 
===Zie ook===

Versie van 6 okt 2007 13:38

Een westkardinaal op zee

Betonning is verzamelnaam voor alle markeringen op het water, zoals tonnen en palen.

Tonnen geven meestal een vaargeul of vaarroute weer. Vaargeultonnen zijn groen of rood, routetonnen vaak wit met rood. De tonnen en bakens die de vaargeulen markeren worden gezamelijk aangeduid met de term "laterale vaarweg markering". Een ton die een ondiepte aangeeft wordt meestal een kardinaal genoemd. Een kardinaal is zwart met rood en moet je aan een bepaalde kant niet passeren. De tonnen die gavaarlijke of ondiepe punten aangeven worden gezamelijk aangeduid met de term "cardinale vaarweg markering". Alle soorten tonnen, behalve de verkenningston en de belboei, kunnen worden gebruikt voor laterale en cardinale vaarwegmarkering. Er is ook een groep tonnen die voor de navigatie officieel geen betekenis hebben. Deze zijn geel en markeren meestal pijpleidingen of kabels. Deze staan wel in de kaart, en zijn doordat ze zo makkelijk van alle andere tonnen te onderscheiden zijn vaak even nuttig.

Er zijn verschillende soorten tonnen:

  • Een gewone ton, met of zonder topteken. Deze zijn er in heel veel verschillende maten. De tonnen op de randmeren hebben ongeveer de grootte van een puts. De tonnen in de maasmond zijn ongeveer even groot als een E22.
  • Een staak is een kleine ton met een stok erop. Op de stok is een topteken gemonteerd. Deze wordt op het Wad veel gebruikt voor de wat kleinere geulen die verderop, in het ondiepste stuk, met prikken gemarkeerd is. Staken worden ook gebruikt om pijpleidingen en kabels te markeren.
  • Een lichtton is een ton met een licht erop. Belangrijke geulen zijn vaak met lichttonnen gemarkeerd. Meestal is maar de helft van de tonnen verlicht. Er ligt dan om en om een onverlichte en een verlichte ton. De lichttonnen liggen altijd iets verder naar binnen, zodat je als je van lichtton naar lichtton vaart, nooit tegen een onverlichte ton aan vaart. Bij langere lichttonnen wordt een reeks van een paar karakters herhaald. De eerste is dan bijvoorbeeld quick, de tweede iso 8, de iso 4. Daarna volgt weer een reeks Q, iso 8, iso 4. Zo hoef je niet telkens op de kaart te kijken. De groene en rode tone die tegenover elkaar liggen hebben vaak het zelfde karakter.
  • Een sparboei is een langwerpige ton. Meestal een afgeplatte kegel die ongeveer 7 keer zo hoog is als de diameter.
  • Een verkenningston is voorzien van een groot topteken en een licht. Het karakter is meestal een morse letter. De kleur van het licht is wit. De ton is rood/wit gestreept.
  • Een belboei. Deze wordt in Nederland vrijwel niet gebruikt. Aan de engelse kust wordt deze echter veel gebruikt op plekken waar veel mist voor komt. Dit zijn meestal verkenningstonnen.

Met alleen betonning kom je nog nergens. De waterkaart is een onmisbare aanvulling. Dan kun je zien of je echt tussen de tonnen door moet of er ook buitelangs kan. Vaak kun je de grote tonnen wel met een korreltje zout nemen, terwijl je staakjes juist niet mag negeren. Op het wad (en waddenhavens, met name Ameland, Juist en Langeoog) is het dan ook van belang om om de staakjes heen te varen.

Zie ook