|
|
| Regel 1: |
Regel 1: |
| − | Is op papier de baas van de vereniging (Voorzitter) of van een commissie (voorzitter).
| + | '''Bolling''' is de maximale afstand van de [[koorde]] van een zeil tot het [[zeildoek]] zelf. De bolling van het [[grootzeil]] kan geregeld worden met de [[onderlijkstrekker]], de [[voorlijkstrekker]], de [[hekstag]] en de val. De bolling van de [[fok]] kan alleen worden beïnvloed door de vorm van het zeil. Dat doet de zeilmaker. |
| − | Wordt in de praktijk voor allerlei kutklusjes ingezet die niemand anders wil doen, en mag vlak voor de deadline altijd op komen draven om nog de laatste hand aan iets te leggen.
| |
| − | Goeie voorzitters zijn te herkennen aan het feit dat ze rond de deadline altijd onbereikbaar zijn, zodat het zelflerend vermogen van de commissie of het bestuur vergroot wordt en zo dus een positieve bijdrage aan het kennispotentieel binnen de vereniging leveren. Ook hebben goede voorzitters ook altijd kutklusjes die niemand anders wil doen die iets te maken hebben met bierdrinken met andere voorzitters, [[penningmeester|penningmeesters]] of andere belangrijke mensen die bij voorkeur van het andere geslacht zijn. Voorzitters zijn dan ook altijd heel druk.
| |
| | | | |
| − | Let erop dat de voorzitter altijd een echte vent is, ook al is het een vrouw. We hebben dan ook geen Voorzitsters. Dat klinkt namelijk net alsof je degene bent die Dikkie Dik voorleest aan een kleutersklas.
| + | Behalve de grootte van de bolling, is ook de plaats van belang. Wanneer het hard waait, zal de [[grenslaag]] dun zijn, en kan de kromming van het zeil groot zijn zonder dat die [[lift|overtrokken]] raakt. De bolling kan dan voorin het zeil zijn zodat er veel [[lift]] kan worden gegenereerd. Je trekt dus meer spanning op het voorlijk bij harde wind. Waait het zacht, dan mag de kromming niet te groot zijn, en moet de bolling dus naar achter. Bij afnemende wind verminder je de spanning op het voorlijk. |
| − |
| |
| − | Een beginnende Voorzitter is te herkennen aan het vlak na of tijdens de [[Wissel-ALV]] al kwijt zijn van de [[voorzittershamer]]. De Scheidend Voorzitter is dan te herkennen aan een groot roer en lamme excuses dat er dit jaar alweer niet aan het verenigingsroer geklust is.
| |
| | | | |
| − | Voorzitters die al een tijdje geen voorzitter meer zijn, worden ook wel graftakken genoemd. Hun staat een fantastische carrière in de burgermaatschappij te wachten, en het wordt dan ook tijd dat ze die eens opzoeken.
| + | [[categorie:zeilterm]] |
| − | | |
| − | Andere begenadigd leiders: Mao, Lenin, Frans van Vught, J.F. Kennedy.
| |
| − | <br>
| |
| − | <br>
| |
| − | Voorzitterslijst:<br>
| |
| − | 07-08 Diederik Keij<br>
| |
| − | 06-07 Inge Boomkamp<br>
| |
| − | 05-06 Harwin Reemeijer<br>
| |
| − | 04-05 [[Prees|Jurjen Zomerman]]<br>
| |
| − | 03-04 Brechtje Riphagen <br>
| |
| − | 02-03 Peter Nes <br>
| |
| − | 01-02 Arjan van Hoorn<br>
| |
| − | 00-01 Sjoerd Peerlkamp<br>
| |
| − | 99-00 Remco van Aken <br>
| |
| − | 98-99 Rutger Jansen <br>
| |
| − | 97-98 Agaath Hazenberg <br>
| |
| − | 96-97 Dennis Keizer <br>
| |
| − | 95-96 Arjen de Rijke <br>
| |
| − | 94-95 Nicolette du Rieu <br>
| |
| − | 93-94 Wouter van Aerle <br>
| |
| − | 92-93 Alfred Griffioen <br>
| |
| − | 91-92 Jasper van Aalten <br>
| |
| − | 90-91 Michiel van Duuren <br>
| |
| − | 89-90 Kirstin Blezer <br>
| |
| − | 88-89 Jaap Brinkert <br>
| |
| − | 87-88 Andre Middelbos <br>
| |
| − | 86-87 Rob van Kleef <br>
| |
| − | 85-86 Marjoleine van Dootingh <br>
| |
| − | 84-85 Paul Klaarwater <br>
| |
| − | 83-84 Jos Schotman <br>
| |
| − | 82-83 Geurt Stuurman <br>
| |
| − | 81-82 Anner Eggink<br>
| |
| − | 80-81 Jasper Straatsma<br>
| |
| − | 79-80 Jaap Harlaar<br>
| |
| − | 78-79 Jaap Harlaar<br>
| |
| − | 77-78 Jop van de Werff<br>
| |
| − | 76-77 Gerrit Smit<br>
| |
| − | 75-76 Jaap Poelma<br>
| |
| − | 74-75 Jan Sprenger<br>
| |
| − | 73-74 Geert Schuring<br>
| |
| − | 72-73 G.G. Oosterhof<br>
| |
| − | | |
| − | | |
| − | [[Categorie:Functie]] | |
Bolling is de maximale afstand van de koorde van een zeil tot het zeildoek zelf. De bolling van het grootzeil kan geregeld worden met de onderlijkstrekker, de voorlijkstrekker, de hekstag en de val. De bolling van de fok kan alleen worden beïnvloed door de vorm van het zeil. Dat doet de zeilmaker.
Behalve de grootte van de bolling, is ook de plaats van belang. Wanneer het hard waait, zal de grenslaag dun zijn, en kan de kromming van het zeil groot zijn zonder dat die overtrokken raakt. De bolling kan dan voorin het zeil zijn zodat er veel lift kan worden gegenereerd. Je trekt dus meer spanning op het voorlijk bij harde wind. Waait het zacht, dan mag de kromming niet te groot zijn, en moet de bolling dus naar achter. Bij afnemende wind verminder je de spanning op het voorlijk.
