Achteruitvaren met de Ebenhaëzer

Uit EurosWiki
Versie door Wgodlieb (overleg | bijdragen) op 27 okt 2008 om 14:29
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Achteruit varen veel lastiger dan voorruit, omdat je roer niets doet als je nog geen (achterwaartse) snelheid hebt. Daarnaast is achteruit het schroefeffect veel sterker. Het aansturen van je roerassistent en drie verschillende situaties zijn beschreven:

Roerassistent

Bij achteruitvaren komen er grote krachten op de helmstok. Laat iemand anders de helmstok vast houden, zodat je zelf bij de gashendel staat. Als de roerassistent begint te klagen over het zware werk, dan is het verstandig wat gas af te nemen. Laat je roerassistent nooit achter de helmstok staan, want dan kan hij overboord gegooid worden als de krachten toch te groot worden. Je kunt de weggeklapte helmstok eenvoudiger weer aan boord trekken door even een klap gas voorruit te geven.

Wind op de kont

Geef stevig gas achteruit en compenseer het schroefeffect door de helmstok naar bakboord te plaatsen. In het begin zal het schroefeffect veel sterker zijn dan je roerwerking, omdat er nog geen snelheid is. Als die achterwaartse snelheid er wel is kan je minder gas gaan geven zodat je minder last krijgt van schroefeffect. Als je snelheid nog groter wordt, wint je roer het van het schroefeffect en kun je weer meer gas of minder roer geven. Over de kop van het schip hoef je, je geen zorgen te maken. Deze zal mogelijk wat heen en weer bewegen, maar zal altijd terugwaaien.

Wind op de kop

Achteruitvaren met wind op de kop is een stuk lastiger dan achteruit met wind op de kont, omdat je kop weg kan waaien. Door het schroefeffect draait je kont naar bakboord waardoor je kop wind begint te vangen en naar stuurboord gaat waaien. Dit kun je voorkomen door, voordat je begint met achteruitvaren een klein hoekje met de wind te maken over bakboord. Je kunt nu met gas en roer spelen zodat je hoek met de wind niet te groot wordt. Als je kop toch dreigt weg te waaien geef dan gas voorruit met veel roeruitslag, zodat je weer in de wind ligt. Als je kop ver is weggewaaid, heb je zelfs een zwaard nodig om je schip weer in de wind te krijgen.

Halve wind

Halve wind achteruitvaren is nog lastiger, want je kop waait per definitie weg. Als er stevig wind staat is het praktisch onmogelijk. Gelukkig is het in havens vaak luw. Zorg dat je het achteruitvaren inzet aan de hoge kant van het vaarwater. (Komt de wind van bakboord komt moet je wel ruimte aan de hoge kant van de kont houden vanwege het initiële effect van het schroefeffect.) Geef stevig gas achteruit zodat je schip achterwaartse snelheid krijgt en je roer weer werkt. Neem gas af, zodat je schroefeffect kleiner wordt je probeer je kont bij de hoger wal te houden door te spelen met roer en gas. Als je kop te ver is gaan waaien en dicht bij de lagerwal is gekomen, geef dan gas voorruit en plaats het schip weer aan de hogerwal.

Een lijzwaard kan erg handig zijn om weer weg te komen van de lagerwal, omdat je draaipunt van je schip naar achteren is verplaatst. Daarnaast beperkt het zwaard het wegwaaien van de kop bij het achteruitvaren. Let wel op dat je zwaard bij het achteruitvaren niet de bodem raakt, want dan kan je zwaardbout breken.