Datum: | 3 augustus 2001 - 24 augustus 2001 |
Beginpunt: | Angra do Heroismo, op het eiland Terceira (de Azoren) |
Eindpunt: | Roscoff (Frankrijk) |
Bemanning: |
Manus Barten Boj Mirck Erwin Bruinsma |
Zondag 5 augustus vertrekken we s morgens vroeg van Terceira naar Horta. In eerste instantie was niet het plan om via Horta te gaan, maar daar we niet tevreden zijn over de staat van de verstaging en daar we die op Terceira niet kunnen vervangen/repareren, gaan we via Horta. De tocht duurt 25 uur ; maandagochtend komen we aan in Horta. Het lukt om een reparatie op de verstaging te zetten, aan een nieuwe stag komen lukt niet. Verstaging is wel te koop in Horta, maar niet in de maat die wij willen hebben. De eigenaar van de Mid Atlantic Yacht Service is zeer verbaasd als we komen aanzetten met onze 5 mm verstaging, hij is gewend om verstaging in diktes van 10 mm of groter te verkopen. Nadat we naar café Sport geweest zijn, uit eten zijn geweest en onze laatste Escudos hebben uitgegeven aan een fles whiskey vertrekken we, na 8 uur in Horta te hebben doorgebracht.
Vertrekken van Horta vond ik een rare ervaring. Ik blijf nog even op de wal achter met een fototoestel, terwijl ik fotos maak van Boj en Manus die met Lichtekooi rondjes door de haven varen. Als ik ongeveer een rolletje vol geschoten heb, komen ze weer langs gevaren en stap ik met mijn toestel aan boord. Ik voel me bijna een soort toerist, die een uurtje met een rondvaartboot gaat varen. In werkelijkheid beginnen we aan de langste non-stop tocht die er ooit met een Eurosboot is gevaren en waarschijnlijk zal worden gevaren. Toch is het een lekker gevoel om weg te zijn, na maanden voorbereiding, is het eindelijk zo ver !
In Horta hebben we 3 weerkaartjes gekregen (één met de actuele situatie, één met een 48-uurs verwachting en een 96-uurs verwachting), bestudering van de weerkaartjes levert maar één conclusie : zo snel mogelijk naar het noorden varen. We hebben ontzettende mazzel, het Azorenhoog, wat normaal gesproken voor windstiltes rond de Azoren zorgt, heeft zich eventjes teruggetrokken. We varen lekker halve wind en leggen de eerste dag ongeveer 120 mijl af. Al vrij snel programmeren we de Fastnet Rock als waypoint in de GPS. Fastnet Rock is het uiterste zuidpuntje van Ierland en een van de aller bekendste rotsen van het noordelijk halfrond. Geen van ons drieën is er ooit geweest, maar alle drie willen we er graag heen ; de Fastnet wordt dus ons doel.
Wat doet een mens aan boord van een klein bootje zo al op de oceaan ? Om te beginnen sturen, we hebben geen zelfstuurinrichting aan boord, wel wat onderdelen van wat ooit een windvaan had moeten worden. Sturen heeft die windvaan echter nog nooit gedaan en echt blij dat we dat ding aan boord hebben, zijn we niet. Een E22 is een kleine boot, we hebben veel water en voorraden bij ons, dus op dingen waar we niks aan hebben, maar die wel ruimte innemen en ook niet tot de verzameling van meest lichte object op deze planeet behoren, zitten we eigenlijk niet te wachten. We zijn met zn drieën, dus dat is 8 uur sturen per persoon per dag. Naast sturen is de grootste tijdbesteding slapen en rusten, ook al gauw goed voor zon 8 à 9 uur per dag. Van de resterende tijd gaan er een aantal uren naar huishoudelijke taken, zoals afwassen, koken en schoonmaken. Per dag blijven er een bescheiden aantal uurtjes over, die je kunt besteden aan het lezen van een boek, het luisteren naar de radio/CD of gezellig een beetje aan dek zitten en ouwehoeren met de persoon die zit te sturen.
Op zee zitten betekent een tijdlang verstoken zitten van een supermarkt en een kraan waar onbeperkt vers water uitkomt. Eten en water hebben we dan ook in ruime hoeveelheden bij ons. Brood is niet echt lang houdbaar, dus na ongeveer 4 dagen schakelen we over op pannekoeken, i.p.v. brood. Liever had ik voor de afwisseling een redelijk grote voorraad afbakbroodjes voor in de oven meegenomen, maar die zijn op de Azoren niet te verkrijgen, pannekoeken en nog eens pannekoeken dus. Na een paar dagen beginnen pannekoeken je redelijk de strot uit te hangen, maar bij gebrek aan alternatieven .... Wat betreft avondeten hadden we gelukkig meer keus. De eerste paar dagen eten we veel verse dingen, zo eten we de eerste dag heerlijke biefstukjes en een paar dagen later een Portugese groente waarvan we geen flauw idee hadden hoe het heet, hoe we het klaar moesten maken, etc. ; gelukkig smaakte het uitstekend. Zo aan het eind van de tocht is het aantal verse ingrediënten per maaltijd redelijk aan het afnemen, maar gelukkig zijn uien, aardappelen en groene kool best twee weken houdbaar. Onze laatste sinaasappel eten we twee dagen voor de aankomst in Ierland op ; al met al durf ik best te stellen, dat we op de oceaan minstens zo gezond hebben gegeten als de gemiddelde student. We hebben een snelle oversteek en mede daardoor hebben we aan het eind van de tocht nog steeds een imposante hoeveelheid water aan boord. Maar als je van iets niet te weinig wilt hebben dan is het wel zoet water, dus beter te veel, dan dorst. Een aantal dagen voor de aankomst besluiten we een aantal liter over boord te zetten, mede om het schip daardoor iets lichter te maken en de zeileigenschappen iets te verbeteren (door het vele gewicht dat we aan boord hebben, heeft het schip merkbaar net iets andere eigenschappen gekregen). Om het water zo maar over boord te gieten vinden we zonde, we maken dus van de gelegenheid gebruik om onszelf lekker met bronwater te douchen.
Op de oceaan is er vooral veel water te zien, maar gelukkig wordt dit zo nu en dan eens onderbroken door iets anders. Schepen kom je midden op de oceaan nauwelijks tegen, ver bij de kust vandaan zie je er ongeveer één in de 4 dagen. Verder zien we schildpadden, ontzettend mooie sterrenhemelen (op zee zijn deze vele malen mooier, dan op land, omdat je geen storend licht hebt), veel vallende sterren (we zitten net toevallig in een piekperiode), dolfijnen en walvissen. De drie dingen waar ik het meest van genoten heb tijdens deze tocht, zijn de dolfijnen, de walvissen en de sterren. Dolfijnen hebben we bijna elke dag wel gezien. Genieten is het als ze uit het water springen en vlak voor de boeg langs schieten, zeker s nachts als ze lichtgevende sporen door het water trekken (dit komt door lichtgevende galgjes). Walvissen zijn vooral groot en daarom roepen ze zeker gemengde gevoelens op. Het is ontzettend tof om ze naast de boot te zien zwemmen, maar tegelijkertijd denk je ook Als ze maar niet tegen mijn boot aan zwemmen. Er zijn namelijk meerdere jachten gezonken na een aanvaring met een walvis. Verder blijft het een apart idee dat er beesten bestaan, die tweemaal zo lang en vele malen zwaarder zijn, dan het bootje waarmee je een oceaan aan het bevaren bent.
De minder leuke kanten zijn er zeker ook, we hebben alle drie zo onze eigen lichamelijke probleempjes gehad, variërend van rugpijn, ontstoken ogen, knieën die pijn doen en waar je niet op kunt staan, tot zere billen van het vele zitten. Voor dit laatste waren we van te voren gewaarschuwd door mensen die eerder zon tocht gevaren hebben. Voor het eerst in ruim twintig jaar hebben mijn billen weer eens kennis gemaakt met luierzalf, wat redelijk goed helpt overigens. Verder wens je dat je af en toe even een uurtje van de boot zou kunnen afstappen, om je even alleen terug te kunnen trekken. Even een uurtje wandelen of lekker naar de bioscoop, het zit er allemaal niet in, een uurtje met een discman in je kooi liggen, dat is alles.
Terugkijkend valt er te zeggen dat we met de wind veel mazzel gehad hebben en dat we daardoor een ontzettend snelle overtocht gehad hebben. Ik heb meerdere dingen gedaan, die op mijn verlanglijstje stonden (o.a. de Fastnet en een lange non-stop tocht maken), ik heb het fantastisch naar mijn zin gehad en ben ontzettend blij met de groep waarmee we gevaren hebben. De personen met wie je zon tocht onderneemt, zijn ontzettend belangrijk. We waren een goed team, met alle drie een goede hoeveelheid zeezeilervaring en onze eigen specialisaties, die elkaar goed aanvulden. En het meest belangrijke, op sociaal vlak klikte het uitstekend.