Gebruiker:Rjmjeurissen: verschil tussen versies
Euros gerelateerde autobiografie |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Beste zeiler, | Beste zeiler, | ||
Ik ben Roger Jeurissen. In de zomer van 1996 ben ik met een intructieweek meegegaan. Maarten heeft me geintroduceerd, en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Twee details wil ik vermelden. De eerste is, dat toen ik op het voordek van Overtijd stond, terwijl we met de zon in de rug Decadent naderden, Geert Slootweg (als ik het me goed herinner) riep:"Hee, Maarten!". Ik antwoordde:"Nee, die andere Jeurissen!" De tweede is, dat ik van alle boten een foto heb gemaakt, en van één | Ik ben Roger Jeurissen. In de zomer van 1996 ben ik met een intructieweek meegegaan. Maarten heeft me geintroduceerd, en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Twee details wil ik vermelden. De eerste is, dat toen ik op het voordek van Overtijd stond, terwijl we met de zon in de rug Decadent naderden, Geert Slootweg (als ik het me goed herinner) riep:"Hee, Maarten!". Ik antwoordde:"Nee, die andere Jeurissen!" De tweede is, dat ik van alle boten een foto heb gemaakt, en van één persoon. Vanaf 2001 weet ik waarom. | ||
Tijdens de introductie van 1996 ben ik lid geworden van het schipperscollege, en dus ook van Euros.Ik heb met veel plezier gevaren op de Ebenhaëzer, en soms ook in de kleine bootjes. Op de Ebbie heb ik best redelijk leren wrikken. Vaartechnisch ging ik goed vooruit, en ook het klussen ging best goed, alleen merkte ik dat ik (en ook de schippers met wie ik voer) nog een stuk ontwikkeling te gaan had voordat ik motorschipper kon worden. Mijn leerproces in het varen stagneerde een beetje, daarom ben ik tijdelijk gestopt met het schipperscollege. Ik was al betrokken geraakt bij de kleine bootjes. Eerst het klussen aan waterrat (we waren toen bezig met het monteren van de latten van de rompplug) en Lichtekooi, en ik heb geleert te zeilen op Lichtekooi, op het Wad. Met Paul heb ik toen ontzettend mooie tochten over het Wad gevaren. Is Lichtekooi na 2000 nog op Schier geweest? We konden toen nog met Lichtekooi door het Smeriggat (tussen de Engelsmanschplaat en het Rif). Iets later ben ik begonnen met zeezeilen. | Tijdens de introductie van 1996 ben ik lid geworden van het schipperscollege, en dus ook van Euros.Ik heb met veel plezier gevaren op de Ebenhaëzer, en soms ook in de kleine bootjes. Op de Ebbie heb ik best redelijk leren wrikken. Vaartechnisch ging ik goed vooruit, en ook het klussen ging best goed, alleen merkte ik dat ik (en ook de schippers met wie ik voer) nog een stuk ontwikkeling te gaan had voordat ik motorschipper kon worden. Mijn leerproces in het varen stagneerde een beetje, daarom ben ik tijdelijk gestopt met het schipperscollege. Ik was al betrokken geraakt bij de kleine bootjes. Eerst het klussen aan waterrat (we waren toen bezig met het monteren van de latten van de rompplug) en Lichtekooi, en ik heb geleert te zeilen op Lichtekooi, op het Wad. Met Paul heb ik toen ontzettend mooie tochten over het Wad gevaren. Is Lichtekooi na 2000 nog op Schier geweest? We konden toen nog met Lichtekooi door het Smeriggat (tussen de Engelsmanschplaat en het Rif). Iets later ben ik begonnen met zeezeilen. |
Versie van 10 jan 2007 01:39
Beste zeiler,
Ik ben Roger Jeurissen. In de zomer van 1996 ben ik met een intructieweek meegegaan. Maarten heeft me geintroduceerd, en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Twee details wil ik vermelden. De eerste is, dat toen ik op het voordek van Overtijd stond, terwijl we met de zon in de rug Decadent naderden, Geert Slootweg (als ik het me goed herinner) riep:"Hee, Maarten!". Ik antwoordde:"Nee, die andere Jeurissen!" De tweede is, dat ik van alle boten een foto heb gemaakt, en van één persoon. Vanaf 2001 weet ik waarom.
Tijdens de introductie van 1996 ben ik lid geworden van het schipperscollege, en dus ook van Euros.Ik heb met veel plezier gevaren op de Ebenhaëzer, en soms ook in de kleine bootjes. Op de Ebbie heb ik best redelijk leren wrikken. Vaartechnisch ging ik goed vooruit, en ook het klussen ging best goed, alleen merkte ik dat ik (en ook de schippers met wie ik voer) nog een stuk ontwikkeling te gaan had voordat ik motorschipper kon worden. Mijn leerproces in het varen stagneerde een beetje, daarom ben ik tijdelijk gestopt met het schipperscollege. Ik was al betrokken geraakt bij de kleine bootjes. Eerst het klussen aan waterrat (we waren toen bezig met het monteren van de latten van de rompplug) en Lichtekooi, en ik heb geleert te zeilen op Lichtekooi, op het Wad. Met Paul heb ik toen ontzettend mooie tochten over het Wad gevaren. Is Lichtekooi na 2000 nog op Schier geweest? We konden toen nog met Lichtekooi door het Smeriggat (tussen de Engelsmanschplaat en het Rif). Iets later ben ik begonnen met zeezeilen.
Al helemaal aan het begin van mij eerste zeezeilperiode (met Maarten Jeurissen, Koen Klein Koerkamp en Paul Klaarwater) werd ik al geconfronteerd met een cultureel hoogtepunt in de geschiedenis, iets dat onlosmakelijk met zeezeilen is verbonde. We vertrokken 's ochtends vroeg uit Enschede met een auto vol boodschappen naar het noorden. Na een lange autorit kwamen we aan het eind van de middag aan in een uitgestrekt dorp op het noordelijkste puntje van Jutland: Skagen. Lichtekooi hadden we vrij snel gevonden. Daar zagen we drie heren (Erwin Bruinsma, Dennis Keizer en Manus Barten) en een dame (Alice de Ruiter). Er ontstond geen vrolijke sfeer, die was al zo enorm aanwezig dat daar niets meer aan toe te voegen was. Na het uitwisselen van begroetingen, verhalen en boot, werd ons op het hart gedrukt dat we zeker van de locale muziek moesten proeven. Enige alcohol ter voorbereiding werd aangeraden. We kregen een vermoeden welke artiesten de handtekeningen op Erwin's armen hadden gezet. Hoe we daar moesten komen? Volg alle andere mensen!
De plaats van het optreden was zonder problemen te vinden, alleen kwam de mensenmassa tot stilstand in de entree van het gebouw. Op zich geen probleem. Het was dan onmogelijk om bij de bar te komen, maar jet geeft gewoon wat geld aan degene naast je en steekt vier vingers op. Die doet hetzelfde bij degene naast hem, en zo voorts totdat het ritueel bij de bar aangekomen is. Vanaf daar wordt wisselgeld en bier doorgegeven, totdat dat bij jou aan komt. Een bijzonder systeem, maar aangezien je verplaatsen totaal onmogelijk is, een prima alternatief. Deze drukte was voor met name de Noren en Zweden in het gezelschap wel handig, zo vielen ze tenminste niet om. Even later kwamen er twee mensen met wat instrumenten naar binnen en gingen op een tafeltje staan. Dat hadden al heel veel mensen gedaan, alleen viel dit op doordat dit tafeltje in staat leek het gewicht te dragen. Ze begonnen bekende en minder bekende nummers te spelen. De uitvoering van de muziek was niet perfect, maar wel geweldig. De sympathieke sfeer, de vreemde entourage en de manier waarop Sussi en Leo een concert van formaat (niet heel groot, maar zeer geschikt voor de locatie) neerzetten, maakten dit een verbijsterende, geweldige ervaring. Sussi en Leo zijn geweldig!
In 1998 kwamen Erwin Gribnau, Karen Reuver en ik op het snode plan een Euros-gala te organiseren. Dit was niet ondenkbaar, maar nog nooit eerder gelukt. Het is ook wel een stap om jet overall of zeilpak te verwisselen voor een smoking, rokkostuum of galajurk. Aangezien dit een activiteit was die niets met zeilen te maken had, vonden we dat dit geheel los van de vereniging moest staan, financieel en bestuurlijk. Het was wel een gala voor Euros-leden, dus we hebben het bestuur om toestemming gevraagd voor het gebruiken van de naam Euros, en het bekend maken van het gala binnen de vereniging. Dat vonden ze wel goed. Op 7 november 1998 was het dan zo ver: het allereerste Euros-Gala. Robert Blok had zijn danspartner/zus meegenomen, en gedemonstreerd dat ze toch wel ongeloofelijk goed en mooi kunnen dansen. Meer dan honderd Euros-leden zag ik voor het eerst in chique kleding, en het stond ze erg goed! De dansvloer was continu vol, en er werd zelfs meer gedanst dan op het gala van four happy feet dat jaar! Ik kwam, ik zag en ik wist dat ik enorm van deze vereniging houd.
Zeezeilen is erg gaaf, net als zeilen op de Waddenzee en zeilen op de Ebenhaëzer, maar op een gegeven moment wil je zelf kunnen schipperen. Dat was makkelijker te leren in Friesland. Ik ben meegeweest met instructieweken en weekends in Friesland. In die tijd heb ik van Maarten Wassink veel geleerd over zeilen met zwaardboten, met name in zijn Symoon 485 en op zwaardboot weekends. Dat is erg goed voor je zeilkunde.
Nu kwam ik een nieuw probleem tegen. Ik had het idee dat ik veilig kon schipperen op Lichtekooi, de boot die ik verreweg het beste kende. Ik had het idee dat ik op andere boten ook veilig kon schipperen, behalve op Overtijd, want die kende ik niet zo goed. Even later kende ik Overtijd al heel wat beter. Voor elke boot, behalve Overtijd, had ik één stem, maar geen twee. Toen ik ook voor Overtijd één stem had, werd het wat frustrerend. Gelukkig duurde dat niet lang. Het jaar daarop heb ik vrij veel met Overtijd gevaren (ongeveer 40 dagen), en had ik het idee dat ik deze boot bijna even goed kende als Karen Reuver haar kende). Er is dat jaar voor zover ik weet niet op Overtijd gevaren zonder dit ik of Karen aan boord was. Ik was erg blij dat ik waardig was voor dit niet heel snelle, maar oh zo stoere bootje. Aan het einde van dat jaar werd ik waardig voor de andere boten.
De winter daarop wilde ik penningmeester van Euros worden. Samen met Remco van Aken (voorzitter), Jantien van Aken (secretaris), Leonie Brunsting (algemeen lid) en Lennard Beijering (PRco) waren we het bestuur van 1999-2000. We begonnen met frisse moed, hoewel we wisten dat de boekhouding een ramp was, we een erg klein bestuur hadden en er met een nieuwe loods, een nieuw boekhoudprogramma, een enorm debiteurensaldo (80 000 gulden) en twee vrijwel ontbrekende generaties in het schipperscollege, veel gedaan moest worden. Later dat jaar kwam daar een erg vervelend conflict in het schipperscollege bij, waarbij de verschillende bestuursleden met alle mensen in het schipperscollege (en dus in het conflict) dicht bevriend waren, en er ronduit onzinnige dingen van ons geëist werden. De Ebenhaëzer is essentieel voor Euros, en behalve Remco zijn we allemaal actief geweest binnen het schipperscollege. Wanneer je iets waarvan je zo veel houdt kapot ziet gaan, terwijl mensen van wie je houdt kapot gaan, sloopt dat je. Ik hoop niet dat een bestuur van Euros ooit nog zo'n verschikkelijk bestuursjaar krijgt. Erg trots ben ik op het feit dat we als bestuur bij elkaar zijn gebleven, elkaar met respect zijn blijven behandelen, ook toen we keihard uit elkaar getrokken werden, en zo ons werk als bestuur goed zijn blijven doen. Er is veel kapot gegaan, maar alles had kapot kunnen gaan. Ik weet zeker dat we niet alle, maar wel veel onherstelbare schade aan de vereniging hebben voorkomen. Ik vrees dat wat we wel hebben gedaan, voor bijna niemand zichtbaar was, maar wat we niet hebben kunnen doen, wel. Voor mij maakt dat niet zo veel uit. Ik ben erg trots op hoe we het hebben gedaan. Remco, Jantien, Leonie en Lennard, ontzettend bedankt!
In mijn bestuursjaar waren er problemen met de levering van het nieuwe boekhoud programma. Die kwam wat later. Daarom ben ik in Excel al vast gaan bijhouden wat onze uitgaven en inkomsten waren en gaan leren in het boek "basiskennis van het boekhouden". Ik kan iedere penningmeester aanraden om niet te gaan oefenen op de echte boekhouding, maar op oefenopgaven. De meeste penningmeesters zijn drie kwart van de tijd kwijt met het herstellen van fouten die ze (en hun voorgangers) maakten toen ze er nog niets van begrepen. De eenvoudigste manier van kosten en opbrengsten registreren is het volgens de regels van het boekhouden te doen. Die zijn daar namelijk voor gemaakt. Na verloop van tijd was er een tussentijdse balans nodig. Remco heeft daarom wat visual basic geschreven dat een belans (en resultatenrekening) kon produceren. Toen aan het einde van het boekjaar er nog geen boekhoudprogramma was, heb ik de hele boekhouding maar in Excel gedaan. Dat jaar was de eerste keer sinds 1995, dat de boekhouding correct was (evenwicht op de balans, en voor zover mij bekend niets fout geboekt). Ook was er toen een afschrijfschema dat klopte. Maarten Jeurissen had 4 jaar daarvoor de ene helft van de fouten uit het afschrijfschema gehaald, en ik in 2000 de andere helft. Wat ik niet heb gedaan, is het innen van debiteuren en het maken van de overstap op een nieuw boekhoud programma. Het innen van debiteuren kon eerst niet doordat we niet wisten van wie we geld moesten krijgen (geen boekhouding waarvan meer dan de helft klopt). Wanneer je van de 5 mensen die je een rekening stuurt, van 4 te horen krijgt dat er niets van klopt, kan je beter eerst je boekhouding op orde brengen. Later kon het niet doordat ik er de energie niet meer voor had. Leonie heeft dat opgevangen. Voor het innen van debiteuren was ik ook niet de meest geschikte persoon. Om uitgaande van een complete puinhoop, een correcte boekhouding te maken, was ik voor zover ik weet de meest geschikte persoon. Gelukkig kwam daarna een penningmeester die de meest geschikte persoon was voor de (grote klus) overstap naar een nieuw programma en het daarbij komende snoeien in de administratie (Sjaak Hoekstra). Daarna kwam de juist penningmeester voor het innen van debiteuren (Willem Godlieb). De enige (kleine) kanttekening die ik heb bij het beleid van Willem, is dat ik het niet verstandig vindt, on iets waar je een jaar aan hebt gewerkt onbewaakt in de fietstas van een niet op slot staande fiets achter te laten, midden in de stad. We hebben drie jaar achter elkaar penningmeesters gehad met sterke kanten precies waar ze nodig waren. Ik denk dat we elkaars jaar niet goed hadden kunnen doen. Nu hebben we binnen 3 jaar de financiën van Euros van een ramp tot een goed zaak gemaakt. Ik wil de penningmeesters die na ons de fakkel dragen bedanken voor wat ze voor Euros doen (het is een behoorlijke klus) en vragen het zorgvuldig en goed te doen, zodat ons werk blijvend heeft geholpen. Ik ben ongeveer twee jaar fulltime equivalent bezig geweest met het bestuur (meer dan de helft binnen mijn bestuursjaar). Ik vermoed dat dat niet gebruikelijk is.
Na mijn bestuursjaar was het tijd om mijn studie voort te zetten. Die had wat geleden. Ik heb met veel plezier aan de nieuwe (eerste) waterrat en de mallen daarvan gewerkt. Laatst hoorde ik van een nichtje van me (ze is twee jaar ouder) dat ik voor zover ze zich kon herinneren altijd al een zeewaardig zeiljacht wilde bouwen. Ik heb voordat ik bij Euros kwam slechts één middag gezeild, dus het boten bouwen zat er al lekker vroeg in. Ik hoopte dat de boot nog net af zou zijn voordat mijn stage begon (bij het MARIN) en ik uit Enschede weg zou verhuizen.
Voordat Teerling, zoals we haar zouden gaan noemen, af was, gebeurden er twee dingen die een grote indruk op me hebben gemaakt. De eerste was de tocht naar de azoren met Paul Klaarwater en Robert Klein Breteler. Daarover kan je elders meer lezen. De tweede is, dat mede door een fout van degene die het secretariaat overnam in de zomervakantie, ik een week met Wemke Veldhuijzen heb gezeild. Over Wemke vertel ik al veel te vaak, dus dat laat ik hier verder achterwege.
Een maand voordat Teerling af was, begon mijn stage in Wageningen, althans zo leek dat. Later bleek dat Teerling pas 4 maanden later af was. Ik heb een paar maanden gemist, en voordat ik bij de waterrat bouwploeg kwam, zaten er al twee jaar in het uittekenen en uitzagen van spanten, en in het plannen. Toch ben ik er het grootste deel van de tijd mee actief geweest. Het was geweldig mooi om een boot onder de handen van mijn vrienden en mij, te zien ontstaan. Het is geweldig om van alle details we we zo op hebben gepuzzeld, te zien hoe onze oplossing uitpakt. En als je die (ooit) spiegelgladde romp ziet, dan komt dat doordat wij de plug zo gepolijst hebben. Weinig mensen krijgen de kans hun dromen in vervulling te zien gaan. Ik wel. Nicolette doopte de boot, en ik was gelukkig. De boot werd te water gelaten, en ik was gelukkig. De eerste keer zeilen voor mij(tijdens de heenvaart op de IJssel was de eerste keer dat Teerling zeilde), als je het varen met een half aangeslagen fok vlak na de doop niet meerekent, zeilden we een 2 keer zo groot jacht enorm eruit, en ik was gelukkig. Tijdens een tocht buitenom, in derde week dat Teerling zeilde, kwamen we in planee en stond er 12 knopen op het GPS, en ik was gelukkig (en nat). Ik ging in een gelukzalige roes weer naar huis, na mijn eerste twee weken zeilen met de boot die ik zelf heb gebouwd.
Later kwam mijn afstuderen. Dat was bij Oce in Venlo. Ik wilde namelijk naar het zuiden, want Wemke promoveerde aan de universiteit Maastricht, en we wilden gaan samenwonen. Het nadeel is dat Maastricht (waar we zijn gaan wonen) wel erg ver van Euros is. Dat mis ik nog steeds. Dit was geen doorslaggevende reden voor mij om aan de UT te gaan promoveren, maar de kwaliteit van de vakgroep was dat gelukkig wel. Tegenwoordig (2007) woon ik in Reuver, vlak bij Venlo. Ik kom gemiddeld eens in de twee weken naar Enschede voor overleg met mensen van mijn vakgroep (Physics of Fluids, van TNW) en andere activiteiten van de vakgroep. Zo is er ook af en toe de gelegenheid om vrienden in Enschede op te zoeken (grotendeels Eurosleden of oudleden). Soms kom ik nog langs bij Euros. Ik ben nog steeds lid, en geniet daar nog steeds van, hoewel ik heel veel minder actief ben. Wie weet veranderd dat nog weer wat terug.
Tegenwoordig zeil ik voornamelijk op de Waddenzee. Wemke en ik hebben namelijk een boot die droog kan vallen en 40 cm diepgang heeft, en die ligt aan het wad. In 2006 lag die in Termunterzijl, komend jaar waarschijnlijk in Lauwersoog. De boot heet "Both", omdat die geschikt is voor een tocht buitenom en voor het Wad, en Winnie de Pooh een dergelijke situatie zo mooi kon verwoorden toen hem werd gevraagd (vrij geciteerd): Do you want honey or sweetened milk? Als je me ziet varen, dan weet je dat daar een vriend van Euros vaart. Groeten, Roger.